Zo brandt u veilig en heeft u optimaal plezier van uw kaarsen.
Brandinstructies
Laat een brandende kaars nooit zonder toezicht en buiten bereik van kinderen en huisdieren.
Brand kaarsen buiten bereik van kinderen en huisdieren.
Plaats brandende kaarsen altijd met enige afstand naast elkaar (min. 10 cm).
Brand geen kaarsen op of vlakbij iets wat gemakkelijk vlam vat.
Kaarsen niet branden in de buurt van andere warmtebronnen zoals TV, radiator, open haard etc.
Zorg ervoor dat kaarsen stevig en recht staan.
Zorg voor een niet brandbare en stabiele kaarsenhouder.
Plaats brandende kaarsen niet op de tocht.
Verplaats brandende kaarsen niet.
Doof kaarsen met behulp van een kaarsendover.
De lont dient schoon en kort gehouden te worden. Indien de kaars roet, c.q. een grote vlam geeft, een stukje van de lont afknippen.
Plaats kaarsen nooit in de volle zon.
Bol- en stompkaarsen niet langer dan 3-4 uur achter elkaar laten branden.
Kaarsen met een diameter van 10 cm of meer de eerste keren net zo lang branden tot de kaars tot op ongeveer 1 cm van de rand gesmolten is. Dit om te voorkomen dat er `tunnels´ ontstaan, waarna de kaars nooit meer goed kan branden.
Kaarsen niet verder dan 2 cm van de kaarsenhouder laten opbranden.
Indien de kaars diep inbrandt, een stukje van de rand afsnijden. Dit gaat het eenvoudigst als de kaars nog enigszins warm is (maar niet meer brandt).
Buitenkaarsen zijn gevoelig voor vocht in combinatie met vorst. Zij kunnen dan barsten.